Met de Tweede Kamerverkiezingen in het verschiet op 17 maart, zijn de politieke partijen weer druk bezig met het profileren van hun standpunten en het samenstellen van een nieuw verkiezingsprogramma. Opvallend is het zowel links als rechts toenemende geluid tegen het eigen risico in de zorg. De PVV wil het eigen risico met 100 euro verlagen. De partijen GroenLinks, SP en de 50PLUS partij pleiten zelfs voor volledige afschaffing. Wat is er mis met het eigen risico? En is afschaffing een goed idee, of zijn er betere alternatieven?
Politiek draagvlak
Jesse Klaver, lijsttrekker van GroenLinks zegt dat de overheid met het huidige eigen risico beleid een “eigen schuld dikke bult” boodschap heeft voor de zieke Nederlander. Emile Roemer van de SP gaat zelfs zo ver om het eigen risico te omschrijven als “een boete voor zieke mensen”. Los van de retoriek, noemen de partijen in kwestie een recent onderzoek van zorgverzekeraar VGZ. Uit dit onderzoek, gebaseerd op telefonische interviews, bleek inderdaad dat sommige mensen zorg mijden vanwege het eigen risico.
Het willen afschaffen van eigen risico lijkt te passen bij het gedachtegoed van GroenLinks en de SP in de zin van dat ze willen opkomen voor Nederlander met de kleinere portemonnee. Immers, het zijn waarschijnlijk eerder de mensen met weinig geld voor wie het eigen risico een drempel vormt om zorg te nuttigen. De PVV en 50PLUS partij halen aan dat het voornamelijk ouderen zijn die voortdurend jaarlijks zorgbehoevend zijn en dat het eigen risico hen daarom onevenredig treft. Daar komt bij dat het vaak juist deze ouderen en gepensioneerden zijn die moeite hebben om het eigen risico te betalen.
De gevolgen van afschaffing
Het eigen risico is in 2008 ingevoerd met als centrale idee dat het incentieven zou geven om onnodige zorg te voorkomen. Dit is gedaan in plaats van het verhogen van de zorgpremie, met het idee de netto zorgkosten te drukken doordat mensen minder onnodige zorg zouden gebruiken en de opbrengst van het betaalde eigen risico gebruikt kan worden om zorgkosten af te lossen. Bij invoering werd het eigen risico vastgesteld op 150 euro, gedurende acht jaar is deze inmiddels opgelopen tot 385 euro.
Het verlagen van ons huidige eigen risico naar nul zou gevolgen hebben voor de premie die we betalen. Allereerst wordt jaarlijks zo’n 3.7 miljard euro opgeleverd vanuit betaald eigen risico volgens het Centraal Planbureau (CPB). Dit zou geherdistribueerd moeten worden over de premies van de zeventien miljoen inwoners dat ons land telt, wat resulteert in een stijging van zo’n 218 euro van de nominale premie. Dit is ervan uitgaande dat de regering niet meer geld uit de staatskas tovert om het tekort saldo op te lossen.
Bovenop deze 218 euro extra nominale premie komen nog de kosten van een eventuele toename in zorggebruik. Deze kosten zijn natuurlijk niet eenvoudig te schatten. Het CPB schat hier dat dit zo’n 600 miljoen bedraagt, oftewel een bijkomende nominale premieverhoging van 35 euro. Het zou echter niet de eerste keer zijn dat het CPB er ver naast zit met een schatting van dergelijke cijfers, zoals valt te lezen in het artikel van Arthur Molenaar in GAXEX 3, jaargang 37. De academische literatuur lijkt het er echter redelijk over eens: Een vorm van eigen risico verminderd zorggebruik en de vraag naar zorg, wat resulteert in lagere netto zorgkosten ten opzichte van verzekeringsstelsels zonder eigen risico.
Wie gaan erop vooruit?
Van een eigen risico van nul euro en een resulterende toename van de zorgpremie zou voornamelijk in het voordeel zijn van mensen die chronisch ziek zijn of ouderen. De eerste groep verbruikt elk jaar de 385 euro en betaald dus practisch een hogere premie. De laatste groep heeft een veel grotere kans om zorgbehoevend te zijn en zal dus verwachte verbruik boven de genoemde premieverhoging liggen.
De groep die er het meest op achteruit gaat zijn natuurlijk mensen met een lager verwacht zorggebruik dan de premiestijging. Dit betreft voornamelijk jong volwassenen (onder de 18 wordt immers premie nog eigen risico betaald). De pijn zal voornamelijk voelbaar zijn onder studenten. Zij hebben een laag inkomen en consumeren nu gemiddeld ver onder het de verwachte premiestijging. De 250 euro per jaar extra zal deze groep daarom zwaar treffen. Deze uitkomst strookt niet met de claim van Groenlinks en de SP dat het hier om maatregelen te doen is die de lasten verlichten voor de Nederlander met de kleine portemonnee. De jong volwassene die weinig zorg gebruikt zal de gevolgen van afschaffing het meest voelen en dit is tegelijkertijd een groep met weinig te besteden.
Hoe zit het met verlaging in plaats van afschaffen?
Zoals eerder gezegd, hebben onder het huidige systeem voornamelijk ouderen en chronisch zieken het relatief zwaar met het eigen risico. Bij afschaffing zijn juist jongvolwassenen, ook een groep met een relatief laag inkomen, de dupe. Een vanzelfsprekende middenweg tussen afschaffen en het huidige eigen risico van 385 euro is een verlaging. Logischerwijs gaat hierdoor de premie ook omhoog, maar de werking als drempel voor onnodig zorggebruik blijft op die manier bestaan. De vraag blijft echter hoe hoog het eigen risico moet zijn om zo’n optimale zorgdrempel te vormen. Een geoptimaliseerde hoogte van de zorgdrempel klinkt een econometrist misschien mooi in de oren, maar zal als politiek standpunt misschien moeilijk te verkopen. Toch zal dit waarschijnlijk een verbetering vormen op het kostengebaseerde eigen risico wat op dit moment wordt gehanteerd.
Een ander mogelijk alternatief is het volledig zelf kiezen van eigen risico. Een probleem met een dergelijk systeem is dat het waarschijnlijk minder effectief voor het voorkomen van onnodig zorggebruik is. Het is aannemelijk dat mensen met een neiging tot veel (onnodig) zorggebruik een zo laag mogelijk eigen risico zullen kiezen. Momenteel is het mogelijk om je eigen risico op te schroeven om zo minder premie te hoeven betalen. Je kan er in het huidige systeem echter niet voor kiezen om een eigen risico te nemen wat onder de 385 euro ligt. Door dit wel mogelijk te maken, zouden groepen afhankelijk van hun verwachte zorggebruik ook een lager eigen risico kunnen nemen. Het mogelijke gevolg is dat mensen die een neiging hebben tot overmatig zorggebruik lage eigen risico’s kiezen en mensen met een neiging tot weinig zorggebruik hoge eigen risico’s zullen kiezen, wat waarschijnlijk niet de eerder genoemde optimale zorgdrempel oplevert.
De maatregelen van Rutte 2012 omtrent eigen risico
In het regeerakkoord van de PvdA en de VVD van 2012 waren plannen opgenomen om het eigen risico inkomensafhankelijk te maken. Dit lijkt een slimme verfijning die de remmende werking op zorgconsumptie van het eigen risico bewaard in combinatie met het verlichten van de lasten van de groepen voor wie een eigen risico van 385 euro (onnodig) te hoog is. Het bleek echter in uitvoering voor problemen te zorgen. Het voornaamste probleem is dat de zorgverzekeraar niet kan controleren hoeveel iemand verdient.
In plaats van te sleutelen met het eigen risico, heeft het kabinet in kwestie er voor gekozen om belasting op hoge inkomens te vergroten en de zorgtoeslag voor lage inkomens te vergroten. Een verhoogde zorgtoeslag voor lage inkomens zou op papier tot hetzelfde resultaat te moeten leiden als het verlagen van het eigen risico voor lage inkomens, maar in de praktijk pakt het hoogstwaarschijnlijk anders uit. Zorgtoeslag wordt door de begunstigden ervaren als vrij besteedbaar inkomen, waardoor slechts een fractie van zorgtoeslag wordt gebruikt of gespaard voor zorgkosten. Hierdoor heeft een verhoogde zorgtoeslag voor lage inkomens uiteindelijk een zeer gematigd effect op hoe deze huishoudens de drempel van het eigen risico ervaren.
Complete hervorming: de eigen bijdrage
Een andere mogelijkheid is een eigen bijdrage invoeren in de zorg. In het geval van een eigen bijdrage betaalt de zorgvrager een klein gedeelte van de kosten die zijn medische consumptie met zich meebrengt. Dit kan in de vorm van een percentage van de gemaakte kosten of een vast bedrag wat afhankelijk is van de gevraagde behandeling. Het lastige van een dergelijke aanpak is dat afhankelijk van de gevraagde zorg een geschikte vorm en hoogte van de bijdrage moet worden bepaald. Bij een langdurige behandeling of preventieve geneeskunde ligt een andere (lagere) eigen bijdrage voor de hand, terwijl bij een eenmalige medische ingreep of een behandeling die je liever wil ontmoedigen een hogere eigen bijdrage kan worden gevraagd.
Een dergelijk systeem zoals dat van de eigen bijdrage biedt ruimte voor fine-tunen, maar is daardoor tegelijkertijd ook enorm ingewikkeld om op te zetten. Denk bijvoorbeeld alleen al aan het vraagstuk van door wie en hoe de hoogte van de eigen bijdrages zouden moeten worden bepaald. De complexiteit van de eigen bijdrage zorgt er opnieuw voor dat het een politiek moeilijk te verkopen oplossing vormt.
Verlagen, hervormen of afschaffen: wat gaat er gebeuren?
Al met al is het duidelijk dat er dus mogelijkheden te over zijn voor verbetering binnen ons eigen risico systeem. Waar ons huidige eigen risico misschien een te botte bijl is, vormt een eigen bijdrage systeem misschien een te grote uitdaging om succesvol op korte termijn te kunnen implementeren.
De verhoging van de zorgtoeslag voor lage inkomens van Rutte 2012 zal niet toereikend zijn voor de kiezer die voor 2012 ontevreden was over de zorgverzekering. Dit geeft de oppositiepartijen de ruimte om zichzelf bij uitstek deze kiezer aan te spreken met anti eigen risico geluid.
Wat de uitkomst van de aankomende verkiezingen ook mogen zijn, een ding is duidelijk. Expertise betreft de hoogte van het eigen risico ontbreekt en is nodig om een optimaal eigen risico vast te stellen waarbij aan de ene kant zo min mogelijk onnodige zorg wordt genuttigd en aan de andere kant zo min mogelijk mensen onterecht zorg mijden. Zowel vanuit de kostenkant het eigen risico benaderen (hoe hoog moet het eigen risico zijn om de balans van staatskas gezond te houden) als vanuit de ethische kant benaderen (hoe solidair moet het zorgstelsel zijn) gaat ons hoogstwaarschijnlijk niet leiden naar dit optimale eigen risico. Hier komt de taak van de econometrist om de hoek: aan de politieke leiders vertellen hoe hoog het eigen risico moet zijn.
Dit artikel is geschreven door Lasse Vuursteen