Waarom olieprijzen en aandelen sterk gecorreleerd zijn

September 11, 2018

Share this article:

In de periode van 2006 tot 2017 fluctueerden de olieprijzen gigantisch, iets waar je als aandeelhouder niet op zit te wachten. Deze periode kende veel volatiliteit en er ontstonden twee scherpe crashes. De eerste crash, in 2008, was geassocieerd met de financiële crisis en de Grote Recessie. De tweede crash vond plaats in het begin van 2016. Toen de olieprijzen aan het begin van 2016 vielen, noteerden wereldwijde aandelen een van hun slechtste start ooit voor een nieuw jaar. De S&P 500-index daalde 0,7% tijdens het middaguur in New York en Brent, de wereldwijde benchmark, daalde met 4,3%, naar een waarde van slechts 30,81 dollar. Maar niet alleen de olieprijzen daalden tijdens deze crash, ook de aandelenkoersen daalden in diezelfde periode.

Een dalende lijn

De beurs heeft over het algemeen de koers van de olieprijzen gevolgd, een ontwikkeling waar de financiële pers veel commentaar op had geleverd. De S&P 500 is namelijk in 2016 bijna perfect gecorreleerd met de prijs van olie. Een correlatie van 1 zou betekenen dat olie- en aandelenkoersen in dezelfde richting met dezelfde verhouding bewegen, terwijl een correlatie van -1 zou betekenen dat ze verhoudingsgewijs in tegengestelde richtingen bewegen. Het dagelijkse rendement op de twee markten toont een lossere correlatie, maar nog steeds een hechte relatie in verhouding tot voorafgaande correlaties. De ongebruikelijk sterke correlatie tussen de twee markten weerspiegelde ten dele een gemeenschappelijk thema dat zowel de olieprijzen als de beurs stimuleert. Economen vreesden dat een vertragende Chinese economie de wereldeconomie zou kunnen doen overgaan in een recessie en dat dit terug was te zien in de dalende olieprijzen.


Waarom beleggers zo gericht zijn op goedkope olie

  • Dalende prijzen wijzen vaak op vermindering in de mondiale vraag die een economische vertraging kan voorspellen. Veel experts zijn echter van mening dat de olie-crash grotendeels werd veroorzaakt door de overvloed aan toevoer, en niet door de zwakke vraag.
  • Goedkope olie zorgt ervoor dat de Amerikaanse olieproductie afneemt en weegt op winst van energiebedrijven en de economieën van staten zoals Texas en North Dakota.
  • De dreiging van miljarden dollars aan imploderende olieleningen verhoogt het risico op problemen in de banksector.
  • Chaos in het olieveld zorgt ervoor dat de rente op ongewenste obligaties toeneemt, vooral in de energiesector.
  • Rusland, Venezuela, Brazilië en andere landen die afhankelijk zijn van olie-export zakken slecht af, wat zorgen baart over een nieuwe schuldencrisis in de opkomende markten.
  • Dalende energieprijzen en de wereldwijde reactie van de aandelenmarkt hebben nieuwe twijfels doen rijzen over de vraag of de Federal Reserve dit jaar de rente kan verhogen. 

Het is een nogal eigenaardig verschijnsel dat olieprijzen en de aandelen op de beurs zo sterk gecorreleerd zijn, gezien het feit dat de olieprijzen en -voorraden vrijwel geen correlatie hebben gehad in het afgelopen decennium. Op het eerste gezicht is de correlatie tussen de aandelen en olieprijzen dan ook verrassend. Het gebruikelijke vermoeden houdt namelijk in dat een daling van de olieprijzen goed nieuws zou moeten zijn voor de economie (althans voor netto-olie-importeurs zoals de Verenigde Staten en China). Een mogelijke verklaring voor de correlatie tussen aandelen en olieprijzen, is dat beide reageren op een gemeenschappelijke factor, namelijk een vermindering van de totale mondiale vraag, die zowel de bedrijfswinsten als de vraag naar olie schaadt. De mondiale vraag verklaart een groot deel van de positieve relatie, zelfs wanneer er rekening wordt gehouden met verschuivingen in marktrisicovoorkeuren. Echter, zelfs wanneer dit is inbegrepen, blijft een aanzienlijk deel van de correlatie met de olievoorraden onverklaard. Daarom kan geconcludeerd worden dat de mondiale vraag niet het volledige verhaal is.
Een tweede mogelijke reden voor de positieve aandelen-oliecorrelatie is gebaseerd op de waarneming dat recente marktbewegingen gepaard zijn gegaan met verhoogde volatiliteit. Als beleggers zich terugtrekken uit grondstoffen en aandelen in perioden van grote onzekerheid en risicomijding, kunnen schokken in de volatiliteit een andere reden zijn voor de waargenomen tendens van aandelen en olieprijzen om samen te bewegen. Om te testen of veranderingen in het risico de olievoorradenrelatie kunnen helpen verklaren, wordt een Hamilton vergelijking voor de olieprijzen aangevuld met dagelijkse procentuele veranderingen in de VIX , die de volatiliteit van beursindexen meet. De VIX voert de geschatte vergelijking in met het verwachte negatieve teken (olieprijzen hebben de neiging te dalen wanneer de volatiliteit hoog is) en met een hoge statistische significantie.
De figuren 6 en 7 tonen de correlaties van aandelenkoersen met de voorspelde component van olie (het deel dat is gekoppeld aan zowel vraag als risico) en de resterende component, respectievelijk. De gemiddelde correlatie in figuur 6 is 0,68, vergeleken met 0,05 in figuur 7. Het rekening houden met risico’s verklaart mede waarom olieprijzen en aandelen de neiging hebben samen te bewegen. De correlatie van de resterende component met de voorraden is echter niet negatief, zoals zou worden verwacht als deze alleen de gunstige effecten van aanbodschokken zou weerspiegelen.

 

 
Een stijgende lijn
Historisch gezien was de correlatie tussen olie en aandelen groter tijdens recessies in 2008. Toen de financiële crisis zich uitbreidde, steeg deze zelfs boven de 0,8. Dit zou een weerspiegeling kunnen zijn van de neiging van beleggers om alle risicovolle beleggingen te dumpen wanneer de tijden moeilijker worden. Tijdens de financiële crisis bewogen hele delen van markten gezamenlijk, omdat de risico’s en de risicoafweging domineerden. In 2016 dwongen grote schommelingen in de olieprijzen sommige beleggers om aandelen te verkopen, simpelweg omdat ze het risico in hun portefeuilles meten door te kijken naar de volatiliteit van een reeks activa. De recente omwentelingen van ruwe olie dwingen hen ertoe hun bezittingen van risicovolle beleggingen, zoals aandelen, in te korten. Zolang olieprijzen instabiel bleven en in de krantenkoppen onder druk staat, werd het de belangrijkste driver voor aandelenmarkten.
Aandelen zijn niet de enige beleggingscategorie die een strakkere relatie met olie vertoonden tijdens de huidige onrust. Koperprijzen en bedrijfsobligaties waren de maanden voor de crash op dezelfde manier gedaald als gevolg van de vrees voor wereldwijde groei. Correlaties tussen olie- en kredietindexen waren de voorafgaande weken gestegen tot dichtbij 1,0. De meeste economen voorspelden geen wereldwijde recessie.


“Zodra de olieprijzen zich stabiliseren – hopelijk tegen een relatief lage prijs voor degenen onder ons die graag rijden – zal de aandelenmarkt verder gaan met andere kwesties,” zei Ed Yardeni, president van beleggingsadviesbureau Yardeni Research.

Olie is nauwelijks een proxy, een machtiging om namens de aandeelhouder stemrecht uit te oefenen, van de Amerikaanse economie. De gevonden correlatie is daarom ook hoogst ongebruikelijk. In feite maakt energie minder dan 3 procent uit van de Amerikaanse economie, volgens het Bureau of Economic Analysis. Een manier om de aandelen weer te laten stijgen is via het losmaken van olieprijzen en het richten op economische fundamentals, zoals economische groei, inflatie en werkloosheidspercentage. Om dit te laten gebeuren, moeten de olieprijzen minder volatiel worden.


Kate Warne, beleggingsstrateeg bij Edward Jones, voegde hier aan toe “Kortetermijnmarkten kunnen bewegen met olieprijzen, maar lagere olieprijzen op langere termijn zullen de groei helpen stimuleren. De pijn komt eerst, maar de brede winst komt later.”

Al met al kan gezegd worden dat de neiging van aandelen en olieprijzen om samen te bewegen geen nieuwe ontwikkeling meer is. Veel van deze positieve correlatie kan worden verklaard door de neiging van aandelen en olieprijzen om in dezelfde richting te reageren op gemeenschappelijke factoren, waaronder veranderingen in de totale mondiale vraag en in algehele onzekerheid en risicoaversie. Zelfs als we rekening houden met deze factoren, is de resterende correlatie bijna nul en niet negatief, zoals we zouden verwachten als het alleen gunstige aanbodschokken zou opvangen.
 
Bronnen:
[1] https://money.cnn.com/2016/01/26/investing/oil-prices-stocks-markets/
[2] https://www.wsj.com/articles/oil-stocks-dance-the-bear-market-tango-1453722783


Dit artikel is geschreven door: Anne Dumoulin.

Read more

The 100 Prisoner Problem

The 100 Prisoner Problem

Imagine if tomorrow you were abducted, and before you knew it, you were trapped in a room with 99 other people who seemed to know nothing more about what was happening than you. You notice that everyone is wearing an orange jumpsuit, which is uniquely numbered. You...

The Myth of Form in Football

The Myth of Form in Football

Have you ever won five games in a row and felt like you could win ten more? Or maybe you lost 5 five and you just kept losing after that? Most people that have played sports will recognize this. Being “in form” seems to have a large impact on whether we will win the...