Alle Nederlandse radiozenders en cafés in de Poelestraat lijken uit niks anders te putten dan de Top 40, een paar Golden Oldies en wat verdwaalde Kinderen voor Kinderen. Ook binnen de lijst van de 40 populairste nummers van ons kikkerlandje is weinig variatie te bekennen. Maar wat maakt deze nummers nu zo aantrekkelijk? En bestaat er zoiets als de ideale Top 40 hit?
De naam popmuziek dekt de lading eigenlijk al; deze is afgeleid van ‘populaire muziek’. Geen wonder dat we het zo veel in de Top 40 zien. In de jaren vijftig heeft deze muziekstroming zich ontwikkeld vanuit de rock-’n-roll en was ze een zachter antwoord op de schreeuwende-gitarentrend. Tegenwoordig karakteriseert popmuziek zich als een vrolijke smeltkroes van verschillende stijlen zoals hip-hop, folk en zelfs country. Er zijn enkele eigenschappen die de meeste popliedjes delen; ze zijn vaak majeur (voor de leken; majeur klinkt vrolijk), hebben een middelhoog tempo en beschrijven een breed onderwerp zoals de liefde. Maar als er echt zo’n makkelijk recept voor een pophit bestaat, kunnen we de popindustrie dan niet automatiseren en een robot ontwikkelen die onze hitjes schrijft?
Volgens John Covach, directeur van het Institute for Popular Music aan de University of Rochester, is het helaas niet zo makkelijk. John is, naast gitarist in een progressive rockband, doctorandus in de muziekwetenschap en hij publiceerde vele artikelen over popmuziek. De waarde van popmuziek is volgens hem altijd meer van culturele dan van muziek-technische aard geweest. Zo zouden The Beatles vandaag de dag geen schijn van kans maken, omdat onze tijdsgeest nu anders is en men geen boodschap meer heeft aan wat zij uitdroegen. Dit is ook waarom een, in theorie perfect klinkend, popnummer een gigantische flop kan worden; als men zich er niet enigszins mee kan identificeren, slaat het niet aan en is er geen kans van slagen.
Popmuziek is dus vooral een sociale en culturele constructie, onderhevig aan constante veranderingen. En toch zijn er opmerkelijk veel overeenkomsten tussen popnummers. Het is niet voor niets dat er nu vele rechtszaken lopen tegen popartiesten wegens plagiaat (Robin Thicke betaalde voor zijn ‘Blurred Lines’ een boete van $7,4 miljoen) en dat er goedlopende mashups (een collage van meerdere nummers) te maken zijn van pophits van de afgelopen jaren. We zijn door al deze overeenkomsten tegenwoordig sneller afgeleid, met als gevolg dat bijvoorbeeld lange intro’s niet meer terug te vinden zijn in de hitlijsten; de gemiddelde radioluisteraar geeft een nieuw nummer zeven seconden het voordeel van de twijfel. Maar hoe vind je de elementen uit de nummer-1-hits die wél aanslaan bij het publiek?
Een zo’n element dat iedere pophit bezit, is een hook. Aan deze spreekwoordelijke haak hang je je nummer op. Het is het deuntje dat je meeneuriet, of je nu wilt of niet. De meest herkenbare en memorabele pophit, volgens onderzoek, is ‘Wannabee’ van de Spice Girls. Om maar een voorbeeld te noemen; het begin van dit nummer is één grote, ijzersterke hook. Volgens Benny en Björn van ABBA, misschien wel de originele pophitkanonnen te noemen, heeft elk nummer er minstens vijf nodig om een succes te worden.
De nieuwe pophit heeft dus hooks nodig, maar hoe we aan goed ontvangen melodieën en teksten komen hielden Björn en Benny helaas voor zichzelf. Gelukkig is daar big data; deze dagen is steeds meer innovatie te danken aan het gebruik van data en ook de platenlabels hebben hier kaas van gegeten. De opkomst van streamingnetwerken zoals Spotify en Deezr heeft veel bijgedragen aan de zoektocht naar de pophit van morgen. Op deze streamingsites voeren luisteraars rechtstreeks hun favoriete artiesten of nummers in, waarna ze worden verwezen naar gelijksoortige muziek. Deze suggesties zijn gegenereerd door het programma. Hierdoor worden patronen blootgelegd en komen we steeds meer te weten over wat nou werkelijk het DNA van een pophit is.
Ook diensten als Shazam en Soundhound zijn van onschatbare waarde voor de platenlabels. Deze apps, die binnen een paar seconden een nummer kunnen herkennen, zetten elk nummer om in een soort data-vingerafdruk. Terwijl jij benieuwd bent van wie dat catchy nummer op de radio is, winnen de producers bergen aan informatie die ze gebruiken voor het schrijven van een nieuwe hit. Shazam weet eerder dan wie dan ook welk nummer waar een hit wordt; nog voordat je zelf weet welk liedje je leuk vindt, heeft Shazam het antwoord al opgeslagen. Een nieuwe artiest die op het punt staat door te breken? Shazam weet alles en verkoopt de informatie aan scouts die op zoek zijn naar nieuwe popsterren. Omdat Shazam een springplank kan zijn voor een glansrijke carrière, sturen veel artiesten zelf hun muziek naar Shazam met de vraag of hun nummers in het bestand opgenomen kunnen worden.
Het zoeken naar de nieuwe Britney Spears aan de hand van data gaat zelfs nog verder; het bedrijf Next Big Sound, gevestigd in New York, doorzoekt alle social media en streaming services om opkomende artiesten te identificeren. De werknemers schrijven algoritmes voor het doorkammen van het internet. Ze creëren een profiel voor iedere artiest, dat aangeeft op welke platforms de artiest genoemd wordt, in aanhang groeit en in hoeverre het sterrendom nabij is. In plaats van dat wij slechts luisteren naar muziek, luistert de muziek tegenwoordig ook erg goed naar ons. Vooral radio en Wikipedia blijken nuttige indicatoren voor succes, waar Facebook juist vaak weinig kan vertellen over de daadwerkelijke populariteit van een artiest.
Al deze vorderingen zijn goed voor de winst van de labels en managers, maar doen de creativiteit van de muziekmarkt weinig goeds. Wat deze monitoring van onze voorkeuren namelijk tot gevolg heeft, is dat we steeds dezelfde muziek verlangen. Herhaling en afgeleiden domineren de Top 40, omdat dit mensen nu eenmaal het makkelijkst in de oren ligt. Dit gaat terug op een oerinstinct; wat je al kent heeft je niet gedood en is dus veilig. Hierdoor zijn mensen op zoek naar herhaling en herkenning, zo ook in muziek.
Ondanks deze afname aan variatie, zal de hit van de toekomst hoogstwaarschijnlijk niet geschreven worden door een robot voorzien van top-40-data van de afgelopen tijd. Waarom niet? Omdat menselijk gedrag, zoals vaak eerder waargenomen, helaas geen enkele formule precies volgt. Mensen willen namelijk, onbewust, een melodie waar wat aan mankeert, zij het subtiel. Meerdere studies toonden aan dat wanneer een muziekstuk perfect werd uitgevoerd door robots, dit minder fijn in het gehoor ligt dan wanneer het uitgevoerd wordt door mensen die fouten maken (of variaties aanbrengen in het stuk, het is maar hoe je het bekijkt). Er zal dus altijd werk zijn voor muzikanten en songwriters, gelukkig.
Het groeiende gebruik van data in de popindustrie duidt er dus op dat de hit van morgen waarschijnlijk erg veel lijkt op die van vandaag; up-beat, met een herkenbare hook en gemaakt door mensen. Een ding is echter zeker; de perfecte pophit bestaat niet. Voor nu horen platenlabels graag wat jij nou graag luistert, onder het mom van ‘Yo tell me what you want, what you really really want!’.
Dit artikel is geschreven door Agnes Lieftinck.