De vrije wil speelt een belangrijke rol in de hedendaagse maatschappij. We veronderstellen dat we keuzes hebben om iets wel of niet te doen. Vervolgens worden we beloond voor onze handelingen, aangezien we deze zelf in werking hebben gesteld. Al vroeg in onze opvoeding wordt dit idee erin gebracht, bijvoorbeeld door stickers te geven voor positief gedrag en straffen op negatief gedrag. Ook de democratie die ons stemrecht verschaft impliceert het bestaan van de vrije wil. Het rechtssysteem straft mensen onder andere omdat ze verantwoordelijk worden gesteld voor hun daden. Echter, als we in werkelijkheid helemaal geen keuzemogelijkheden hebben, zijn we dan nog wel verantwoordelijk voor onze daden? Vaak proberen we keuzes die we maken te rechtvaardigen, maar het is niet altijd duidelijk of deze rechtvaardigingen wel juist zijn en of ze niet worden gecreëerd om onszelf gerust te stellen over het bestaan van de vrije wil. Vrije wil is niet zo vanzelfsprekend als dat we zouden willen dat het was.
De vrije wil gedefinieerd
Om een beter beeld te krijgen van vrije wil is een benadering van de definitie een vereiste. Er zijn veel uiteenlopende omschrijvingen. Belangrijk is dat ze alle handelingen omschrijven die zelfbewust zijn gekozen en eveneens in zekere zin onafhankelijk zijn van invloeden van buitenaf. De vrije wil wordt daarom meestal gedefinieerd als het vermogen van rationeel handelende personen om controle uit te oefenen over hun daden en beslissingen. Dit begrip is vrij duidelijk, doch lastig in praktijk te brengen. Wanneer iemand bijvoorbeeld geestelijk beïnvloed is, is het lastig om te zeggen of zijn keuzes uit vrije wil zijn. Oftewel, het is lastig om een scheidingslijn te trekken tussen het kunnen tegenhouden van verleidingen op ons gedrag en het niet onder controle hebben van een stoornis.
Onderzoek naar bewuste aansturing
Naast vrije wil als zelfverwerkelijking en verantwoordelijkheid wordt een laatste belangrijke benadering onderscheiden, namelijk vrije wil als bewuste aansturing. Hiermee wordt het vermogen om bewust je eigen lichaam in beweging te brengen bedoeld. Een handeling uit vrije wil is dan een handeling die wordt aangestuurd door een bewuste gedachte die je vlak voor de handeling hebt. Het idee van vrije wil als bewuste aansturing is voor de meeste mensen heel vanzelfsprekend, terwijl we eigenlijk helemaal niet voelen hoe we door middel van bewuste gedachten ons lichaam kunnen bewegen.
Het substantiedualisme maakt dit nog iets ingewikkelder. Deze theorie stelt dat de menselijke geest een denkende substantie is die onafhankelijk bestaat van het materiële menselijk lichaam. Hierdoor ontstaat het interactieprobleem, want hoe kunnen lichaam en geest elkaar beïnvloeden als ze geheel onafhankelijk zijn van elkaar? Het substantiemonisme daarentegen stelt dat er slechts één substantie is en dat de geest op de een of andere manier samenvalt met het lichaam. Een Amerikaans onderzoeksteam onder leiding van Benjamin Libet probeerde een einde te maken aan dit debat. Het bleek dat in je hersenen de voorbereiding van een beweging begint met de zogeheten bereidheidspotentiaal vlak voordat je bewust bedenkt dat je met die beweging wilt beginnen. Dit trekt het bestaan van de vrije wil als bewuste aansturing in twijfel.
Niet iedereen is overtuigd van de verscheidene experimenten over bewuste aansturing. Libet zelf liet ook zien dat de bereidheidspotentiaal, de voorbereiding die je in de hersenen kunt meten, niet altijd een beweging tot gevolg heeft. In het experiment van Libet werd mensen gevraagd om met een nauwkeurigheid van honderden milliseconden te bepalen wanneer een bewuste gedachte begint. Echter, in het dagelijks leven ervaren we zelden zo precies wanneer een bewuste gedachte begint. Volgens arts en hersenwetenschapper Dick Swaab loopt het bewustzijn achter de beslissingen van de hersenen aan. Swaab plaatst het bewustzijn binnen het natuurkundig domein. Zo schreef hij het boek ‘Wij zijn ons brein’. Met deze visie kan een bewuste gedachte wel degelijk invloed hebben binnen het natuurkundig domein. Desondanks neemt het bewustzijn niet de beslissing om te beginnen met handelen, want die wordt in de hersenen al eerder genomen. In die zin komt de bewuste gedachte dus achteraf.
Determinisme
Daarnaast impliceert vrije wil een keuzemogelijkheid. Hier vanuit gaande onderscheiden we verschillende standpunten over de vrije wil. Daarbij komt het begrip determinisme kijken. Het determinisme stelt dat alle gebeurtenissen zijn bepaald door gebeurtenissen in het verleden. Zo heeft dus elke oorzaak zelf weer een oorzaak. Als het determinisme waar is, dan is je eigen wil gedetermineerd door eerdere gebeurtenissen.
Als we kijken naar de verschillende standpunten vinden we twee groepen, het compatibilisme en het incompatibilisme. Het compatibilisme stelt dat de vrije wil en het determinisme met elkaar verenigbaar zijn. We hebben dus reden om te geloven dat de vrije wil bestaat, of het determinisme nu waar is of niet. Hiermee verwerpen zij het idee dat als iemand uit vrije wil handelt zijn handeling veroorzaakt is door de keuze om zo te handelen, zonder dat die keuze zelf weer veroorzaakt is door eerdere gebeurtenissen. Dit idee staat ook wel bekend als het ultieme-oorzaak principe. Het incompatibilisme stelt dat als het determinisme waar is, niemand een vrije wil heeft. Binnen het incompatibilisme onderscheiden we twee groepen: aanhangers van het harde determinisme en het libertarisme. De harde deterministen beweren dat het determinisme waar is en dus niemand een vrije wil heeft. Het libertarisme stelt dat de vrije wil bestaat en het determinisme dus niet waar kan zijn. Dit is een aantrekkelijke theorie aangezien het aansluit bij de ervaring en onze handelingen binnen de rechtspraak. Maar kun je het determinisme wel zomaar aan de kant schuiven?
Klassieke en moderne natuurkunde
Of determinisme zomaar aan de kant geschoven kan worden, is voor natuurkundigen ook een grote vraag binnen hun vakgebied. Quantummechanica is ontdekt en onderzocht door onder andere het beroemde Internationaal Instituut voor Fysica en Chemie, bestaande uit Einstein, Planck en andere gerenommeerde onderzoekers. Vandaag de dag wordt quantummechanica toegepast op MRI-scans, zonnecellen en micro-elektronica. Voor dit ontdekt werd, bestond de natuurkunde uit het begrijpen van de klassieke wereld. Hiermee bedoelen we de wereld zoals wij deze waarnemen. Bewegende planeten, elektriciteit en radiogolven zijn alle te beschrijven aan de hand van klassieke wetten, zoals die van Newton. Sedert twee eeuwen onderscheiden wij hiernaast de quantumwereld. Ook dit heeft betrekking op de microscopische wereld waar entiteiten zich niet meer gedragen volgens de klassieke natuurkundige wetten. De verschijnselen die we hier waarnemen leiden tot vele contrarintuïtieve theorieën. Zo is het ondervonden dat wanneer een deeltje geen contact meer heeft met het universum het niet meer bestaat. Het enige wat bestaat is een waarschijnlijkheidsgolf van waar het zal verschijnen als je het verplicht om te verschijnen. Deze waarschijnlijkheidsgolf vormt een interferentiepatroon met de waarschijnlijkheid waar het zal verschijnen. Zo ontdekte Schrödinger dat een elektron kon verdwijnen en dat er een golf ontstond. Door de wiskunde van deze golf te gebruiken kon er gerekend worden met de quantummechanica.
Vandaag de dag wordt veel onderzoek uitgevoerd in CERN gevestigd in Genève. Hier worden deeltjes op elkaar geschoten, waaruit fundamentele deeltjes ontstaan die andere wetten verklaren dan alleen de klassieke wetten. De klassieke wereld en de quantumwereld kunnen in verhouding gezien worden tot elkaar. Deze verhouding kan worden vergeleken met de Ideeënwereld van Plato. De wereld zoals deze aan ons verschijnt, de klassieke wereld, is slechts een schaduw van de wereld die zich achter ons afspeelt, de quantumwereld. De quantummechanica is voor een groot deel nog onbegrijpelijk voor ons. Hoewel we de wiskunde ervan beginnen te begrijpen en kunnen toepassen, begrijpen we nog niet goed wat er nu in werkelijkheid gebeurt en hoe dit alles te verklaren valt. Wel is reeds aangetoond dat met de kennis die we nu hebben zeer nauwkeurige voorspellingen gedaan kunnen worden. Einstein zelf had hier ook veel moeite mee, zo luidt een beroemd uitspraak van hem: ‘God dobbelt niet’. Hij kon niet geloven dat er gevolgen zijn zonder oorzaak en dat het deterministische niet bestaat.
Uitgaande van de klassieke wereld bestond de wetenschappelijke gedachte dat het universum als deterministisch wordt ervaren. De quantumwereld daarentegen is enerzijds deterministisch van aard en hangt anderzijds af van kansen en een zekere mate van waarschijnlijkheid. De quantummechanica voorspelt gebeurtenissen slechts in termen van waarschijnlijkheid en dit laat ons afvragen of het universum überhaupt wel deterministisch is. Desalniettemin kan de quantummechanica ook deterministisch geïnterpreteerd worden. Als de quantummechanica namelijk niet willekeurig is, maar enkel onvoorspelbaar, dan kan er nog steeds van determinisme worden gesproken. Als compatibilisme waar is, dan zou de waarheid van het determinisme geen rol spelen in de vraag over het bestaan van de vrije wil. Wanneer het daarentegen verenigd wordt met compatibilisme, dan zou dit betekenen dat vrije wil alleen mogelijk is in een deterministisch universum. Aangezien er nog niet veel bekend is over quantummechanica zijn de opvattingen hierover verdeeld en rest ons nog steeds de vraag: bestaat de vrije wil?
Dit artikel is geschreven door Anne Dumoulin