Een kameel ligt dood in de woestijn met zijn hoofd naar het noorden en zijn poten naar het oosten, wat klopt hier niet? Inderdaad, zijn hart. Een welbekend raadsel met de onderliggende gedachte dat zodra je hart niet meer klopt je dood bent. Voor veel mensen de definitie van een overleden persoon. Maar zo gemakkelijk is het nog niet. Zo kan een EEG scan tot drie dagen na het doodverklaren van je hersenstam nog hersenactiviteit waarnemen en een pacemaker je hart laten functioneren wanneer je al overleden bent. Vandaar dan ook de gecompliceerde vraag voor niet alleen doctoren maar ook filosofen, psychologen en juristen: Wanneer ben je dood?
Vroeger waren er nogal wat vreemde ideeën over leven en dood. Zo werd het leven onderscheiden van andere substanties met het idee dat het een bepaalde essentie of energie bevatte die anderen dingen niet zouden bezitten. In de zeventiende eeuw, tijdens de wetenschappelijk revolutie, vond deze gedachte echter een keerpunt. Descartes omschreef ons lichaam als een machine dat tot leven werd gebracht door een Goddelijk geschapen ziel gelegen in de pijnappelklier van de hersenen. Nog later beweerde Dr. Duncan McDougall dat de ziel een object was die een massa had. In zijn onderzoek waarbij hij patiënten voor en meteen na de dood woog, deed hij een poging deze gedachte te bewijzen. Nu zo’n honderd jaar verder, weten we dat leven niet omvat wordt door een magische substantie of zich op een bepaalde plek in ons lichaam bevindt. Echter, onze kennis is nog niet alomvattend.
Afspraken over de dood
Er zijn afspraken en definities gemaakt over het daadwerkelijke moment van overlijden. Als we deze niet zouden hebben ontstaat er een hoop verwarring en het wordt daarom zeker noodzakelijk gesteld. Dit terwijl de exacte processen die plaatsvinden in je lichaam veel gecompliceerder blijken te zijn. Om specifieker te zijn in de definitie onderscheiden we verschillende vormen van dood. De juridische dood, waarbij een persoon officieel hersendood is, ongeacht of deze nog ‘in leven wordt gehouden’ door machines, is er een van. Naast de juridische vorm van dood onderscheidt de geneeskunde drie definities van de dood. Als eerst bestaat er de klinische dood; een toestand waarbij ademhaling, bewustzijn en (bloed)circulatie afwezig zijn. Door reanimatie kan deze toestand nog ongedaan gemaakt worden en hoef je dus nog niet voorgoed dood te zijn. Zo ongeveer vijf minuten na deze toestand kan de biologische dood plaatsvinden wanneer het lichaam niet meer kan worden gereanimeerd. De biologische dood, ook wel de hartdood genoemd, is een onomkeerbare toestand waarbij een persoon nooit meer zijn ademhaling, bewustzijn en (bloed)circulatie terug zal krijgen. Een belangrijke eigenschap van de dood is dat een lichaam zich in een onomkeerbare toestand bevindt. Hoewel bij de klinische dood een lichaam nog terug in leven gehouden kan worden, is er bij de biologische dood geen weg terug. In deze staat vindt dan ook vaak de orgaandonatie plaats. Een andere situatie wanneer orgaandonatie plaats kan vinden is tijdens de derde vorm van dood binnen de geneeskunde, de hersendood. In deze periode is het volgens de wet ook toegestaan organen te verwijderen. Tijdens de hersendood zijn hersenfuncties als bewustzijn en het aansturen van de ademhaling door beschadiging op cellulair niveau uitgeschakeld en zal er dus ook geen activiteit worden waargenomen op een EEG. Net zoals bij de klinische dood, kan na de hersendood de biologische dood optreden en kan het lichaam niet meer kunstmatig in leven worden gehouden.
Hart en longen zijn nog maar het begin
De dood is een toestand waarbij een voorheen levend organisme niet meer groeit, geen metabolisme en geen actieve levensfunctie meer heeft. Op het moment dat de bloedtoevoer naar je brein stopt heb je in principe nog ongeveer zes seconden waarin je je bewust bent van je omgeving. Verder is het ophouden van de ademhaling ook nog maar het begin. Het stoppen van je hart en longen heeft namelijk weinig te maken met het officieel dood zijn. Deze organen zijn eerder een sterke indicatie voor overlijden, aangezien het niet meer functioneren van hart en longen leidt tot hersenen die niet meer werken. Ondertussen is het duidelijk geworden dat het brein een grote rol speelt in de bepaling van je gesteldheid. Iemand kan bewusteloos lijken of hersendood, doordat deze persoon niet meer in staat is om te reageren, dit wordt het ‘locked in syndroom’ genoemd. Om er zeker van te zijn dat iemand echt hersendood is, wordt daarom specifiek gekeken naar de hersenstam. De hersenstam is het primaire gedeelte van de hersenen en het lichaam kan niet functioneren zonder. Er zijn ook artsen die stellen dat je al dood bent wanneer de cortex ermee ophoudt. De cortex is een ander deel van de hersenen en verantwoordelijk voor hogere functies zoals denken, zien, spreken en het ophalen van herinneringen. Als alleen de hersenstam werkt, functioneer je nog wel lichamelijk, maar zonder cortex is datgene wat jou maakt tot wie je bent al verdwenen. Daarbij kan de cortex voortleven zonder de hersenstam en andersom. Veel artsen zijn in discussie over de definitie van dood en wanneer je er niet meer bent. Het moment van sterven is eerder een afspraak dan een biologisch moment. Zeker ook omdat hersenscans altijd nog een heel klein beetje hersenactiviteit kunnen waarnemen zou je nauw genomen nooit dood gaan volgens de definitie. Dit zijn namelijk neuronen die nog ‘na-vuren’ wanneer een lichaam al dood is verklaard. Deze discussie is logischerwijs nauw verbonden met de visie over de mens en wat ons levend maakt.
Entropie
Alle processen die cellen uitvoeren zoals groeien, herstellen en reproduceren worden mogelijk gemaakt door glucose en zuurstof. De glucose en zuurstof worden omgezet naar ATP, een co-enzym dat wordt gebruikt als energiedrager in de cellen. Het kost niet alleen energie om alle onderdelen van cellen te maken, maar het kost nog meer energie om ze naar de juiste plek te brengen. Ons lichaam volgt de universele wet van entropie. Entropie is een maat van wanorde en een maat voor de afname van bruikbare energie. Met het verloop van tijd vallen alle fysische systemen, waaronder ons lichaam, uit elkaar en uiteindelijk neigt alles tot wanorde. Zo vindt entropie ook in ons lichaam plaats. Moleculen hebben de neiging om willekeurig te diffunderen van gebieden met hoge concentratie naar gebieden met een lagere concentratie of zelfs uit elkaar te vallen in kleinere moleculen. Wanneer dit proces wegvalt ontstaat de wanorde. Om deze reden moet entropie constant gecontroleerd worden met gebruik van energie, oftewel ATP. Op deze manier kunnen biologische processen plaatsvinden. Om in leven te blijven moet deze wanorde worden voorkomen. Wanneer de balans in cellen verdwijnt, overlijdt een persoon namelijk. Met verschillende technologieën kan je in leven worden gehouden, waardoor het proces van de dood wordt vertraagd of zelfs helemaal kan worden voorkomen. Maar wanneer de hele cel entropie ondergaat, kan de dood niet meer worden tegengehouden.
Het verval van de mens
Een andere manier om naar dood te kijken is door het tegenovergestelde te bestuderen, namelijk leven. Dat wat vooraf gaat aan overlijden. Natuurkundige Erwin Schrödinger definieert levende wezens dan ook als dingen die verval vermijden, verval in wanorde en evenwicht. Alle onderdelen van een cel zelf zijn niet levend, alle onderdelen ondervinden chemische reacties met elkaar. Door de aanmaak van ATP wordt orde gecreëerd. Ons lichaam wordt constant herbouwd door alle miljoenen processen die elke seconde plaatsvinden in alle cellen van een lichaam en dat terwijl alle onderdelen hiervan dood materiaal zijn. Op deze manier zou je kunnen zeggen dat leven het complexe proces is van alle stoffen die met elkaar in je lichaam reageren. Uiteindelijk gaan alle wezens dood en het doel van een wezen is het doorgeven van zijn DNA, waarop alle informatie staat om een lichaam te laten functioneren en dus leven. Daarmee zou je kunnen stellen dat DNA, de informatie over ons lichaam, leven is. Alleen kan het niets uit zichzelf. Door leven te zien als dit ingewikkelde proces, kan de dood worden omschreven als de toename van entropie waardoor de balans in ons lichaam wordt verstoord en de processen niet meer plaats kunnen vinden.
De cellen in ons lichaam sterven niet volledig af in de eerstvolgende weken na de dood. Theoretisch gezien zou je door het toevoeren van zuurstof en het terugbrengen van de juiste temperatuur de cellen weer tot leven kunnen brengen. Helaas zijn je hersenen op dit moment al te ver neurologisch beschadigd om ooit nog te kunnen functioneren. Er zijn mensen die hun leven graag willen verlengen door zichzelf te laten invriezen, waardoor de cellen niet sterven en ze op een later moment kunnen voortleven. Door de temperatuur van het lichaam zodanig te verlagen, vinden er haast geen biologische processen plaats, stopt diffusie praktisch gezien en is er weinig moleculaire beweging in de cellen. Het lichaam is als het ware op pauze gezet. Door cellen te injecteren met ATP op hetzelfde moment en te zorgen dat alle moleculen de juiste positie in een cel hebben, zou het lichaam simpelweg verder kunnen gaan waar het stopte.
Het moment van overlijden is dus geen vast moment, maar wordt bepaald door de hoeveelheid entropie. Al met al kunnen we met de huidige technologieën de dood vertragen of voorkomen, maar zullen we deze voorlopig nog niet kunnen terugdraaien. In de toekomst zal het moment waarop je de dood nog kan terugdraaien waarschijnlijk steeds verder vooruit worden geschoven. Denk over dit alles gerust nog even na, voor zolang je nog leeft.
Dit artikel is geschreven door: Anne Dumoulin