Op 31 januari probeert een milieuactivist een witte haai in de Indiase Oceaan te knuffelen met een nogal noodlottige wending. Na samen met vier andere vrijwilligers het diepe in te zijn gedoken wordt de arm van de 21-jarige Darrel Waterford eraf gebeten terwijl hij deelneemt aan een promotiefilmpje van Greenpeace. Huei Li Chong, die de expeditie leidde, vertelt in een interview hoe de onschuldige poging om bewustzijn over haaien jachten te promoten eindigt in deze brute aanval.
In 2015, toen de Verenigde Staten nog onder het bewind stond van voormalig president Barack Obama, tweette de huidige Amerikaanse president Donald Trump een post waarin hij stelde dat de president uit een kanon geschoten zou moeten worden als de aandelenmarkt met meer dan duizend punten zou dalen.
Eind april 2017 gaat een Canadese vrouw de straat op met een bord om haar nek waarvan de leus luidt: “My Legs Are Open for Refugees”. Onder deze quote is het Amnesty International logo te zien, een wereldwijde organisatie die vecht tegen mensenrechtenschendingen en ander onrecht.
Is dit allemaal waar of onwaar? Tegenwoordig is het onduidelijk welke informatie nog klopt en welke berichten opzettelijk of onbedoeld foutieve informatie bevatten. Vandaar de vraag: welk van de gebeurtenissen uit de bovenstaande nieuwsberichten heeft daadwerkelijk plaatsgevonden? Het antwoord, misschien tegen verwachtingen in, is geen één. Geen van de nieuwsberichten bleek te kloppen.
Vele zullen de bovenstaande foto van de Canadese vrouw al vaker voorbij hebben zien komen. Deze foto circuleerde op bijna alle social media sites nadat politiek adviseur Roger Stone deze postte op zijn Facebookpagina ‘Stone Cold Truth’ met de caption “This threat should hold them at bay!”. Na meer dan driehonderd keer gedeeld te zijn en vele grappen en discussies ontketend te hebben bleek de foto inderdaad nep te zijn. De originele foto was gemaakt tijdens een pro-Syrische vluchtelingen protest van Amnesty International waarbij mensen de tekst “My Door Is Open for Refugees” droegen om Canadese leiders aan te moedigen meer vluchtelingen binnen te laten. In tegenstelling tot het eerste nieuwsbericht dat gepubliceerd werd op de World News Daily Report als satire, of het tweede nieuwsbericht waarbij de schrijver Shaun Usher een onschuldige grap probeerde uit te halen, werd deze laatste foto gebruikt door Roger Stone om een politiek standpunt te ondersteunen. Dit is een klassiek voorbeeld van nepnieuws. Want ondanks dat in 2017 het woord nepnieuws ons Nederlanders menigmaal om de oren vloog, weet men vaak niet wat het woord precies inhoudt. Ook in andere landen is dit het geval. Onderzoek van het Reuters Instituut toont aan dat wanneer respondenten gevraagd worden voorbeelden te geven van nepnieuws, zij aan komen zetten met slechte journalistiek en misleidende advertenties.
Strikt gezien betekent nepnieuws het fabriceren van nep-informatie met de intentie de nieuwsconsument te misleiden om een commercieel of politiek doel te bereiken. Desondanks is het vaak nog steeds onduidelijk – zelfs bij de media zelf, politiek leiders en deskundige – wat er bedoeld wordt met nepnieuws. Daarom opperde onderzoekers van First Draft News voor het eerst twee nieuwe termen: ‘misinformatie’ en ‘desinformatie’. Misinformatie is foutieve informatie die niet ten doel heeft schade te berokkenen terwijl desinformatie doelbewust foutieve informatie gebruikt om personen, sociale groepen, organisaties of landen te schaden. Recent werd de term desinformatie gebruikt in de Kamerbrief van minister Kajsa Ollongren van Binnenlands Zaken. Ze schreef over nepnieuws: de beïnvloeding omvat ‘de integrale, veelal heimelijke inzet van (drog)argumenten, selectieve informatie en desinformatie (omtrent politiek gevoelige thema’s)’, om ‘politieke doeleinden richting een vooraf bepaald publiek’ te realiseren. Nepnieuws hoeft dus niet per se klinkklare onzin te bevatten of afkomstig te zijn uit het Kremlin. Berichten die essentiële informatie weglaten of overtuigingen die erg aannemelijk zijn, maar met onjuiste argumenten worden onderbouwd, zijn ook schoolvoorbeelden van nepnieuws.
Over het algemeen heeft nepnieuws betrekking op politiek gevoelige thema’s. Toen in Twin Falls het bericht uitkwam dat twee minderjarige jongens waren aangetroffen in een washok, waarvan één jongen ontucht had gepleegd met een vijfjarig meisje en de andere jongen het had gefilmd, brak de hel los. De twee jongens van zeven en tien jaar afkomstig uit Irak en Soedan werden afgeschilderd als Syrische vluchtelingen die het meisje verkracht en bedreigd zouden hebben met een mes. Facebook, anti-moslim blogs en zelfs extreem-rechtse media zoals Breitbart, namen het verhaal over en al snel gingen de gekste verhalen de ronde over zoal groepsverkrachtingen of de opkomst van IS in Twin Falls. Iedereen die de geruchten probeerde te corrigeren kon bedreigingen verwachten, onder wie zowel de burgemeester als de politiechef van Twin Falls. Een jaar later schreef de New York Times een uitgebreid artikel over de gehele situatie en de kracht van nepnieuws. Nepnieuws heeft als doel de mening van mensen te beïnvloeden en groepen te polariseren. Zo ontstond er bijvoorbeeld een enorme afkeer tegenover vluchtelingen in Twin Falls.
Het beïnvloeden van de publieke opinie aan de hand van nepnieuws wordt ook als wapen gebruikt. Tijdens de presidentiële verkiezingen in de Verenigde Staten bleek eind vorig jaar dat nepnieuws de laatste drie maanden van de campagne meer mensen bereikte dan echt nieuws. Ook bleek uit onderzoek van de universiteiten van Stanford en New York dat tijdens de verkiezingscampagne zo’n 115 pro-Trump nepnieuws berichten op Facebook te vinden waren en dat deze wel meer dan 30 miljoen keer waren gedeeld. Daar tegenover gingen er maar 41 pro-Clinton nepberichten de ronde die in totaal maar 7,6 miljoen keer waren gedeeld. Niet alleen in de Verenigde Staten kwam nepnieuws voor tijdens de verkiezingen. Ook in Frankrijk werd er nepnieuws gebruikt in een poging de verkiezingen te beïnvloeden. Een imitatie van de Belgische krant Le Soir ging de ronde waarin een nieuwsbericht te lezen was over het feit dat Saudi-Arabië de huidige president Emmanuel Macron zou financieren.
Of het rondgaan van nepnieuws echt hevige gevolgen heeft gehad tijdens de verkiezingen is nog onduidelijk. Volgens onderzoek van I&O Research blijkt maar 29 procent van de mensen volmondig te durven zeggen dat ze nepnieuws van echt nieuws kunnen onderscheiden. Echter, tijdens de Amerikaanse verkiezingen werd aangetoond dat maar 14% van het kiezersvolk zijn stem baseert op social media. In dit zelfde onderzoek werd aangetoond dat mensen die werden blootgesteld aan nepnieuws niet per se hun mening veranderen, maar eerder minder zeker worden over hun originele standpunt. Is nepnieuws wel een echt gevaar dan? In Nederland ziet het ernaar uit alsof we ons op dit moment nog geen zorgen hoeven te maken. Toen minister Ollongren in november waarschuwde voor de dreiging van desinformatie voor de democratie, leek niet iedereen te zijn overtuigd. Terwijl Ollongren vooral wees op de gevaren vanuit Rusland kon ze hier maar weinig concrete voorbeelden van geven. “Zover ik zie, is er weinig nepnieuws van Russische makelij dat bedoeld is voor Nederland”, zegt Peter Burger van de Universiteit Leiden. “Duitsland, Zweden en de Baltische staten hebben er veel meer last van.” In Nederland hebben de Russische trollen tot nu toe alleen pogingen gedaan tot het beïnvloeden van de publieke opinie door middel van een valse website die onjuiste informatie bevatte over MH17.
Andere gevolgen van nepnieuws hebben onder andere betrekking tot thema’s als gezondheid, vluchtelingen en terrorisme. Een jaar na het voorval in Twin Falls kelderde het aantal donaties voor een vluchtelingencentrum in Twin Falls, ondanks het feit dat de extreme verhalen rondom het incident tegen die tijd al ontkracht waren. Zo ook gaan elk jaar opnieuw berichten rond over de gevaren van de griepprik. Elk jaar opnieuw zouden de farmaceutische bedrijven, artsen en de mainstream media informatie achter houden over de lange lijst ingrediënten. Zo zouden er een gevaarlijke hoeveelheid kwik en andere gifstoffen in zitten die verschillende ernstige ziektes veroorzaken. Ook het rijksvaccinatieprogramma is onlangs slachtoffer geworden van nepnieuws. De deelname voor het derde jaar daalde met 0,5 procent. Het vermoeden was dat berichten die valse informatie bevatten over het gevaar van vaccinaties de oorzaak hiervan zouden kunnen zijn. Als gevolg is er twee miljoen euro uitgetrokken voor extra voorlichtingen over het rijksvaccinatieprogramma.
Er is maar één gebied waar de gevolgen van nepnieuws echt duidelijk zichtbaar zijn en dit is de financiële sector. In maart 2017 werd er een anonieme tweet gepost dat Ahold Delhaize, een Nederlands-Belgische supermarktconcern, zich aan het voorbereiden was op een bod op zijn concurrent Kroger. De koers van het Amerikaanse bedrijf liep hierdoor met 4 procent op, wat betekende dat de beurswaarde steeg met 533 miljoen dollar. Nepnieuws heeft hier niet als doel de publieke opinie te beïnvloeden, maar puur om de markt in beweging te krijgen. Dit is geen nieuw fenomeen, maar sinds het bestaan van sociale media is het een stuk makkelijker geworden om mensen met nepnieuws te bereiken. Nepnieuws in de financiële sector wordt niet alleen verspreid via sociale media, maar ook via legitieme websites of bellegersfora. Zo werd ook eind 2016 een nep-persbericht geplaatst met de aankondiging dat de financieel bestuurder van het bedrijf Vinci was ontslagen na dubieuze onregelmatigheden in de boekhouding waardoor 3,5 miljard dollar zou zijn verloren. Ondanks een snelle reactie van het bedrijf, leidde dit toch tot een kortstondige koersdaling van Vinci van 6,5 miljard dollar.
Over het algemeen valt er weinig aan nepnieuws te doen. Wel zijn er regels op de financiële markten die het bewust verspreiden van onjuiste informatie om er geld mee te verdienen strafbaar maken. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt hier toezicht op. In Nederland hebben we de organisatie Nieuwscheckers, een groep studenten geleid door Peter Burger die nieuws factchecken. Hierbij ligt de focus op twee categorieën: clickbait (bedrieglijke reclame met als doel kliks genereren en daarmee geld verdienen, clickbait is niet per definitie nepnieuws) en gezondheid. Op internationaal niveau bestaat er de East StratCom Task Force die zich richt op het bestrijden van nepnieuws vanuit Rusland. Het optreden van de EU tegenover de dreiging van nepnieuws werd echter vorig jaar in een open brief bestempeld als “irresponsibly weak”. Deze open brief was getekent door meer dan 120 regeringsleden, historici en beveiligingsexperts. Zo pleitte het Europese Parlement ook voor verdubbeling van het aantal werknemers van East StratCom en een budget van boven de miljoen euro. Beide voorstellen werden echter afgewezen.
Hiermee is de dreiging van Russische bemoeienis in de politiek op Europees niveau nog niet uitgeschakeld. Men vreest voor Russische bemoeienis tijdens de verkiezingen in Zweden van 2018 en de Europese Parlementsverkiezingen in 2019. Meerdere politici, waaronder Emmanuel Macron en Kasja Ollongren willen de bestrijding van nepnieuws harder aanpakken. Maar het vraagstuk: “hoe bepaal je wat nepnieuws is en wat niet?” is niet zo simpel als het lijkt. Soms wordt er vergeten dat de scheidslijn tussen politiek nepnieuws en een radicaal of een extreem politiek gekleurd stuk, in sommige gevallen uitermate dun is. Zo blijkt dat zowel het bestrijden van nepnieuws als het identificeren van nepnieuws buitengewoon ingewikkeld is. Wie gaat er bepalen wat waarheid is? Per slot van rekening, hoe weet je zeker dat van alle woorden hierboven er ook maar één woord van waarheid tussen zit.
Dit artikel is geschreven door Fenna Beentjes