Op slechts 3 uur rijden van Utrecht ligt de Franse stad Lille, de stad waar ik van half augustus tot december getoefd heb. Lille is een relatief kleine stad, maar met meer dan 100.000 studenten is ze toch de 3de studentenstad van Frankrijk. Dit zorgt voor veel gezelligheid. De uitgaansstraten staan net zo vol als de Poelestraat in Groningen. Iedere kroeg heeft ook nog eens minstens 5 speciaalbieren op de tap en de kroegen hebben geen vaste sluitingstijd. Daarbij komt ook nog eens dat alles te belopen is in deze stad en dat deze stad helemaal in het Noorden van het land ligt. Je raadt het al: ik heb een half jaar in het Groningen van Frankrijk gestudeerd.
Mijn verblijf begon 21 augustus. Een dag na mijn aankomst was er een welkomstontbijt voor alle nieuwe internationale studenten (om 8 uur ‘s ochtends!!). Onder het genot van een paar croissants ontmoette ik tussen die 400 internationale studenten al snel wat leuke mensen. Als er een ding niet moeilijk is op exchange, dan is het wel vrienden maken. Iedereen is nieuw en welwillend om anderen te leren kennen. De introductieweek vervolgde met een tal van informerende lectures en welkomst activiteiten. Er werd gekanood, kaas geproefd, een kroegentocht georganiseerd en bovenal veel bier gedronken. Alhoewel iedereen uit verschillende delen van de wereld kwam, van Mexico tot de Filipijnen, was iedereen het over 1 ding eens: we gaan een fantastische exchange hebben met zijn allen.
Maar al snel begonnen de colleges. Mijn universiteit heette IÉSEG School of Management. Tot mijn grote schrik was het daar gewoonte om de dag om 08:00 te beginnen. Het eerste college van de dag duurde van 08:00 tot 12:20 en dan was er ’s middags ook nog college. Vervolgens was op vrijdag het tentamen. Men noemde dit ‘intensive courses’ en dat was een passende naam. Het voordeel was wel dat in de weekenden niks hoefde te gebeuren. Een ander voordeel was dat je iedere week intensief samenwerkte met andere groepen studenten. Zo leerde je al snel een groot deel van de 400 internationale studenten kennen en dit maakte de feestjes des te leuker.
Doordat het een private school was, had de school veel geld over om goede mensen aan te trekken. Voor een finance vak werd bijvoorbeeld iemand uit New York ingevlogen om ons een week les te geven. De betreffende docent was CEO geweest van American Insurance Group Europe and had daarvoor een functie bij Goldman Sachs bekleed. Al met al kwam meer dan 75% van de docenten uit het buitenland en, in plaats van een academische carrière, hadden zij veelal een succesvolle carrière in het bedrijfsleven achter de rug. Dit gaf mogelijkheid tot vragen stellen over het vak aan iemand die het ook echt toegepast heeft. Ook werden geregeld studenten gekoppeld aan het bedrijfsleven, omdat de docent ‘nog wel iemand kende’. Ik was blij verrast met deze aanpak en het kwam bij me op dat de FEB hier wellicht een voorbeeld aan zou kunnen nemen.
Alle internationale studenten werden welkom geheten door een groep enthousiaste Franse studenten. Deze waren niet van het befaamde Erasmus Student Network (ESN) waar menig Erasmus student zijn vertier vindt, maar van de IÉSEG International Club. Dit was een organisatie die bij de universiteit hoort en allerlei activiteiten organiseerde voor internationale studenten. Behalve de eerdergenoemde pubcrawl en kano-activiteit organiseerde zij verschillende tripjes. Zo ben ik zelf mee geweest op een trip naar het Oktoberfest in München en naar Mont-Saint Michel, een groot kasteel op een rots in de zee. Ook werden er trips naar Amsterdam en de kerstmarkt in Straatsburg georganiseerd. Dit versnelde de integratie en leverde vele memorabele momenten op.

Mont-Saint Michel: een getijdeneiland bekroond met een abdijkerk

Bij de ingang van het Oktoberfest in München
Toch was niet alles aan mijn verblijf pracht en praal. De regio waarin Lille zich bevindt, is een van de armere regio’s van Frankrijk. Wie een dagje door het centrum loopt, komt veel bedelende daklozen tegen. Een tweede nadeel is het weer.. Voor de Franse zon hoef je niet naar Lille te gaan; in de periode van september tot december is het vaak koud en regenachtig, eigenlijk nog erger dan in Nederland. Het laatste nadeel was de Franse cultuur ten aanzien van alles wat geregeld moet worden. De Fransen lijken de voorkeur te geven aan bureaucratische processen waarbij het belangrijk is dat de werknemer (i.p.v. de klant) het naar zijn zin heeft. Dit resulteert in lange wachtrijen en Fransen die je boos aankijken omdat je slechts gebrekkig Frans spreekt. Dit is even wennen als je uit Nederland komt.
Maar dit alles mocht de pret niet drukken. Op het moment van schrijven moet ik denken aan wat mensen altijd tegen me zeiden voordat ik op exchange ging: ‘Het wordt hoe dan ook fantastisch en je maakt er vrienden voor het leven.’ Ik dacht dan altijd dat dit wel mee zou vallen en dat deze mensen wellicht een beetje overdreven. Maar niks is minder waar. Een exchange is fantastisch en je snapt pas hoe mooi het is als je op exchange gaat. Mócht je dit lezen en twijfelen of je op exchange wilt, dan zou ik zeggen: Doe het!
Dit artikel is geschreven door Tim van Schaick