Vorige maand vond het jaarlijkse VESTING International Programme plaats. De reist ging dit jaar naar Mumbai. Benieuwd wat VESTING daar beleefd heeft? Hieronder vind je het sfeerverlag van deze geslaagde reis.
Zaterdag 30 april
Even was er wat spanning op Schiphol en op het vliegveld in Mumbai, maar gelukkig mocht Joeri het land nog in. We zijn er hoor: Mumbai, India. De extreme warmte was meteen te voelen toen we het vliegveld uitliepen. De eerste echte Indiase taxi’s waren al gespot en wij stapten onze bus in. De perfecte manier om een eerste indurk van Mumbai op te doen. Eenmaal aangekomen bij het hotel stonden Doreen en Dennis ons op te wachten. Gelukkig hadden zij de stad al wat verkend, want de ene na de andere pinautomaat bleek leeg te zijn. De eerste roepie’s moesten natuurlijk uitgegeven worden in ons uiteindelijk favoriete bakkertje: Gaylord. En na wat geld aangeraakt te hebben, werden ook de eerste flesjes desinfectiemiddel uit de tassen gehaald.
’s Middags zijn we met z’n allen een stadswandeling gaan maken. Reisleidster Doreen heeft ons het Courthouse laten zien, we hebben de eerste cricketspelers gezien, een museum bezocht en de Gateway of India gezien! Een goed begin van onze reis, maar wat misschien nog meer is blijven hangen bij iedereen, is het aantal keer dat wij met vreemden op de foto zijn gegaan. Het begon bij het museum waar 3 meisjes vroegen of ze met ons op de foto mochten. Heel schattig allemaal, totdat er geen ontkomen meer was aan bij de Gateway of India. De een na de ander werd voor een familiefoto gevraagd, en een paar hebben nog een baby in hun armen gedrukt gekregen. Zeer bijzonder zullen we maar zeggen.
Deze lange eerste dag moest natuurlijk met een drankje afgesloten worden en dus gingen we naar The Bar Stock Exchange: een bar met een heel leuk concept! De drankprijzen werden hier bepaald volgens een ‘Alcohol Stock Exchange’. Hoe meer er van een bepaald drankje besteld werd, hoe duurder het drankje werd.
Zondag 1 mei
Dag 2 in het veelzijdige Mumbai breekt vroeg aan om een uurtje of 5. De lieve IPC komt ons met een glimlach uit bed trommelen. Vandaag wordt een intensieve dag, waar de nodige koekjes voor onderweg van pas kunnen komen. Als mollen in het daglicht worden de eerste tripjes naar de receptie afgelegd voor de nodige wifi-codes en eventueel ontbijt. Iedereen staat fris en fruitig stipt op tijd beneden, natuurlijk niet zonder de nodige woorden met de altijd spraakzame liftguy te wisselen. Het is nog rustig in de stad maar gelukkig kunnen Raj en Raj wat taxi’s fixen om ons naar (of in ieder geval in de richting van) de fietsmeneer te brengen. De fietsen zijn erg sportief en de fietsmeneer Nano staat te popelen om deze vlotte Hollanders even te laten zien dat er in India prima gefietst kan worden over 3-baans wegen. De tocht voert ons langs het CST Station, één van de drukste treinstations in Mumbai én India. Vervolgens cruisen we richting Marine Drive en krijgen we verhalen over de Gateway of India en de vele dure huizen in Mumbai te horen. In een kleine anekdote vertelt Nano dat hij de zoon van de miljardair met het duurste huis ter wereld voor varken heeft uitgemaakt tegenover zijn toenmalige vriendinnetje. Next stop, Crawford Market. De markt lijkt in eerste instantie een doorsnee fruitmarkt. Maar… achter de heerlijke mango’s en andere exotische fruitsoorten ligt de vleesafdeling. Kippen worden op de grond gevild, de hakmessen vliegen er in het rond en de dames wordt het allemaal eventjes te veel. Ondanks de geur lopen de Indiërs hier met een glimlach rond. Het is voor hen dan ook niet meer dan normaal dat voedsel op deze wijze wordt bereid. Ook is het bijzonder voor ons om te zien dat er geslapen wordt midden in deze scène. Bij het verlaten van de markt lopen we langs straatjes waar meer plastic dan asfalt te zien is op de grond. Ook hier ligt men te slapen. Wat ergens ook begrijpelijk is, aangezien onze fietstocht voor dag en dauw is begonnen. Op de grond slapen, wordt ons verteld, is niet alleen door een gebrek aan geld. Een reden is dat men het magere salaris niet wil besteden aan een betere slaapplaats om zo hun familie op het platteland meer geld te kunnen geven. De tempel waar we vervolgens voorbij trappen is helaas zo druk bezocht dat we niet de gelegenheid krijgen om hem van binnen te bekijken. Als troost worden we beloond met een pauze en getrakteerd op een kopje chai of koffie. Melkachtige substanties gaan er in als koek in deze hitte. Na de pauze gaan we naar een chill-area van het heilige dier: de koe. In Bombay Panjrapole staan meer dan 350 schitterende exemplaren van de koe inclusief 350 onverklaarbare bochels. Men voert de koeien om zo hun heilige creaties te eren. De koeien zien er gezond uit. Minder gezond lijken de garnalen op de grond van de vismarkt waar we hierna een stop maken. Tenenkaas met vis wordt hier vermengd op de kade voordat het verkocht wordt. Het is wat rustiger dan het die ochtend zou zijn geweest, al is men nog steeds druk in de weer met allerlei soorten vis en garnalen. Op de vismarkt is het niet toegestaan om foto’s te maken in verband met het feit dat er in het verleden Pakistanen hier aan land zijn gekomen en vervolgens een aanslag hebben gepleegd. Na de fietstocht was het tijd voor wat powernapjes. Daarna koos een groot deel van de groep ervoor om met deze nieuwe energie een kijkje te nemen op de fake market bij Bandra Linking Road. Een flinke sessie met afdingen was begonnen. Sommige hadden de kunst snel onder de knie, anderen accepteerden de prijs zoals we dat in de Albert Heijn Oude Ebbinge zouden doen. Gepakt en bezakt met nieuwe Vans, RayBerries en Elephant-pants ging iedereen met een voldaan gevoel richting het hotel. Even opfrissen om het er die avond eens flink van te kunnen gaan nemen. Maaaaaaaarrrrrrr!!!! DRY DAY. Al neem ik aan dat niemand deze culturele shock ooit zal vergeten, leg ik het toch nog even uit. Op dry day is er geen alcohol te verkrijgen. Nergens. Alcohol. De vele obers in het restaurant waren zo vriendelijk om toch onze bestelling van biertjes op te nemen. Maar steeds als ze richting de keuken liepen om deze goudgele rakkers op te halen verried het A4’tje met daarop ‘Dry Day’ dat dit feest vanavond niet kon doorgaan. Zelf een droge witte wijn is op de eerste van de maand niet acceptabel om te drinken. Het diner bestond uit een verzameling zilveren bakjes waar van alles random door elkaar in werd geserveerd. Menigeen was het spoor bijster en snapte niet wat nou precies de bedoeling was. De kudde obers die om de tafels heen cirkelde maakte het erg gezellig. Terug in het hotel is er toch een oplossing gevonden om gezellig met z’n allen een biertje te drinken. Op de kamer van het hotel kon door de roomservice wel het één en ander gebracht worden. En zo werd er gechilld op de chillkamer tot de ijskast van het hotel leeg was. Tenslotte ging iedereen lekker naar zijn eigen bedje om zich op te laden voor dag 3!
Maandag 2 mei
Zondagavond was het plan ontstaan om naar de grootste openluchtwasserette van Mumbai/India/de wereld (dit laten we even in het midden) te gaan. Maandagochtend stond er niets op de planning, dus met een groot deel van de groep vertrokken we rond 9 uur richting Dhobi Ghat. Nadat we even van het uitzicht over de wasserette hadden genoten, besloten we dat we ook wel even een kijkje binnen wilden nemen. Als je van boven over de wasserette uitkijkt, zou je waarschijnlijk niet snel je kleding hierheen brengen. Beneden ruikt het echter heel lekker en het is er (zeker voor Indische begrippen) heel netjes. We spotten zelfs een tv in een hokje waar gestreken wordt. Over het algemeen lijkt het alsof de mensen hier een hardwerkend maar prima leven hebben. Rond half elf waren we weer terug bij het hotel. Hier hadden we genoeg tijd om even lunch te halen en ons op te frissen in onze hotelkamers.
Om kwart over één verzamelen we voor een praatje van Kiki en Guus over Canara Robeco, waarna we in de taxi stappen om dit bedrijf te bezoeken. Eenmaal daar aangekomen krijgen we een presentatie over hoe India er economisch voor staat en hoe ze de afgelopen jaren gegroeid zijn. Het viel vooral erg op hoe trots de Indiërs zijn op hun land en wat ze hebben bereikt en dat ze vooral niet willen praten over wat er niet goed gaat. Het contrast is vooral ook goed te merken wanneer we hierna praten met een Nederlandse vrouw die al jaren in India woont en hier haar eigen bedrijf heeft. Zij kan ons haar ervaringen vertellen met een Nederlandse kijk. Wat zij ons vooral wil meegeven is dat we moeten bedenken dat onze oplossing of manier niet altijd de juiste/enige weg naar Rome is. Het gaat er in India heel anders aan toe en ze zijn nog lang niet op ons niveau, maar dat betekent niet dat ze alles moeten doen zoals wij dat gewend zijn. Verder verzekert ze ons er van dat we ons absoluut niet onveilig hoeven te voelen, omdat de Indiërs geloven in karma en ons daarom nooit zullen bestelen (oplichten is een heel ander verhaal). Ze geeft ons ook iets meer inzicht in hét motto van de Indiërs: ‘delegeren kun je leren’. Als in Nederland je auto kapot gaat ga je, indien mogelijk, naar de garage en anders bel je de ANWB. Als je in India de garage belt, zal je opdracht nog langs tien anderen gaan voordat je auto wordt gemaakt. Daarom heb je in de telefoon een vaste mechaniker die jouw autosleutel ook heeft en ter plekke je auto maakt terwijl jij een taxi neemt. We beëindigen het gesprek met een paar persoonlijke highlights van Mumbai. Daarna gaan we gezellig met de groep een drankje doen op een rooftopbar aan de boulevard. Voor het avondeten had de IPC een tof restaurant uitgezocht op het dak van een ander gebouw, waar we weer een aantal curries konden proeven.
Dinsdag 3 mei
We moesten vroeg opstaan voor het bezoek aan Apollo Logistics Solutions , een logistiek bedrijf ergens buiten Mumbai. Zubin’s Royal Fleet bracht ons, terwijl de meesten nog even bijsliepen, van de drukte van de stad naar het verlaten gebied buiten Mumbai. Eenmaal aangekomen, werden we verwelkomd en werd er een bedrijfspresentatie gegeven. Daarna kregen we een rondleiding over het terrein waar de containers opgeslagen stonden. Er werd een demonstatie gegeven van hoe een container verplaatst wordt, terwijl wij op de machine stonden. Hieruit bleek al snel dat de veiligheidsvoorschriften toch minder strict zijn dan in Nederland. Terwijl Milos een stukje met een heftruck mocht rijden, kregen wij te zien hoe de containers door werknemers werden gevuld met zakken van 50 kilogram met daarin onder andere suiker en graan, en dit allemaal voor zo’n 5 dollar per dag. Nadat Pim ook een poging gedaan had, bleek dit toch iets minder makkelijk dan dat de werknemers het deden lijken. De rondleiding werd afgesloten met een bezoek aan de loods waar alle zakken opgeslagen werden. In deze loods zat een klein hokje waar al het logistieke werk dan echt gebeurde. Na een uitgebreide, typisch Indiase lunch, het beantwoorden van al onze vragen en natuurlijk een groepsfoto met alle werknemers, gingen we weer terug naar het centrum van Mumbai. Via het consulaat waren we uitgenodigd voor een foto-expositie van de Nederlandse fotograaf Martin Roemers, welke werd geopend door de consul. In de expositie, Metropolis, werden foto’s tentoongesteld van drukke steden over de hele wereld, waaronder Guangzhou, Lagos en natuurlijk Mumbai. Deze steden hebben allemaal hun eigen kenmerken en de fotograaf wilde dat in zijn foto’s naar voren brengen. Na nog een drankje gedronken te hebben met de mensen van het consulaat, keerden we weer terug naar het hotel om vervolgens in groepjes een eetgelegenheid op te zoeken.
Woensdag 4 mei
Na weer wakker geworden te zijn in onze ge-airconditionede kamers wachtte ons een welkom vervoersmiddel; de eveneens gekoelde bus. Deze bracht ons naar de slums voor het bezoek aan AMIL Microfinance, waar we ontvangen werden in een klein kamertje volgepropt met plastic stoelen. Dit was waarschijnlijk het meest Indiase kantoor dat we gedurende de hele reis gezien hadden. We gingen al snel op pad, de buurt in om te zien wat voor mensen een lening bij AMIL hadden lopen. We hebben een groentekraam, bloemenkransrijgster, naaister en visverkoper gezien, om maar wat te noemen. De ene trotse Indiaër was nog gastvrijer dan de ander, en druipend van het zweet hebben we al hun woon- en werkplekken (vaak dezelfde) aanschouwd. Typerend was het volledige gebrek aan privacy; er woonden regelmatig zes mensen in een bungalow ter grootte van de VK. Na ons omgekleed te hebben tijdens de busrit van AMIL naar RBI (Reserve Bank of India), mochten we ons bijna weer uitkleden bij aankomst. RBI bleek namelijk in een zeer goed beveiligd pand te resideren, en de nodige fouilleringen en tassenchecks werden uitgevoerd. We mochten een heuze vergaderruimte in, waar wij via microfoontjes met vier hoge piefen van de bank in discussie mochten. De voorzitter had een extra knopje waarmee hij eenieder de mond kon snoeren (lees; microfoon kon uitschakelen), en wij denken allemaal dat hij vaak in de verleiding is gekomen deze te gebruiken; hij vond het allemaal wat lang duren. Desalniettemin hebben we een levendige discussie gehad onder het genot van de eeuwige kop chai. Hierna hebben we ons verplaatst naar het dakterras van de Dome, waar we de zonsondergang vierden met een biertje en waar Ruth en Agnes tevergeefs probeerden hun olifantenenkels te doen slinken in het zwembad. Aangezien het Indiase eten nog niet door iedereen goed verteerd werd, gingen we eten bij The Irish House. Je kon hier je eigen tapje aan tafel bestellen, welke kans we niet aan ons voorbij konden laten gaan om zo het lokale Kingfisher bier nog een keer goed te testen. Omdat er teleurstellend genoeg geen karaoke was in de Irish House, hebben we ons verplaatst naar Havana Club, waar naast goede hitjes nog beter dansende Aziaten waren, die ons uitdaagden voor vele dansbattles.
Donderdag 5 mei
De dag begon weer vroeg. Na de overheerlijke witte bammen met ei, stapten we om 9.15 de bus in richting IIT Bombay. Na eerst twee minuutjes stilte in de bus te hebben gehouden voor dodenherdenking, kon de dag beginnen met een presentatie over IIT door het olijke duo Pim en Joanne, waarna het Gotchaspel werd geïntroduceerd. Vanaf die dag zijn er bloed, zweet en tranen gelaten om de woorden hoestdrank, speedo en waterscooter uit iemands mond te laten komen. Na twee uur in de bus gezeten te hebben en nadat onze Engelssprekende buschauffeurs de weg richting IIT gevonden hadden, kwamen we aan op de campus. Ietwat verlaat werden we ontvangen door een meisje met een constante lach op haar gezicht (wiens naam wij niet meer weten) en opeens stonden we in een klaslokaal met Indiase studenten en een professor van de IIT School of Management. Wat begon met een voorstelrondje (‘Ook ik ben econometriestudent, het eten is pittig, het is hier warm en chaotisch’), eindigde in een leuk vraaggesprek waarbij we goed duidelijk gemaakt hebben dat we altijd 2 uur slapen en dronken naar college gaan, als we al gaan. Uiteindelijk hebben we ons bezoek geëindigd met een rondleiding over de campus vanuit de Royal Fleet. We bezochten de ub, waar we zagen dat dezelfde vakken bestudeerd werden als bij ons en ook serietjes gekeken werden op een laptop, en het meer. Hierna was onze rondleiding afgelopen en verliet de Royal Fleet de campus van IIT Bombay. Inmiddels begon iedereens maag behoorlijk wat geluiden te maken en na een korte stop bij een of andere lokale fastfoodketen, vervolgden we onze terugreis. In eerste instantie was gepland om naar het Sanjay Gandhi National Park te gaan, maar omdat dit was afgeraden door Ariv gingen we in plaats daarvan naar een zwembad. De bikini’s en zwembroeken werden aangetrokken en tegen de verwachtingen in was Pims lichaam nagenoeg summer ready. Na ruim een uur en ongeveer dertig vlogs van ‘Waar is Loesje?’ verder, was iedereen weer klaar voor wat alcohol en zodoende begaven we ons naar het dakterras waar we eerder die week ook al hadden vertoefd. Eenmaal aangekomen werd er natuurlijk weer fanatiek gebruik gemaakt van de happy hour en de mojitos/biertjes vloeiden rijkelijk. Vlak na zonsondergang was het weer mooi geweest en gingen we naar het restaurant van die avond. Daar aangekomen bleek dat er een mini-kermis gaande was. Geen boosters en spookhuizen, maar galopperende paarden en een reuzenrad van 4 meter hoog. Dat laatste bleek toch enger dan verwacht, aangezien dit Agnes tijdens het eten nog steeds knikkende knieën bezorgde. In het restaurant hebben we, je verwacht het al, weer Indisch gegeten en het was weer smullen geblazen. Iets minder was dat er voor de tweede keer deze reis noten in het eten bleken te zitten, ondanks dat Loes dit van tevoren nadrukkelijk heeft laten checken. Gelukkig had ze het op tijd door en kunnen haar volgers nog steeds afleveringen van ‘Waar is Loesje?’ verwachten. Na het eten ging ongeveer de helft naar huis en de andere helft sloot de avond af in een shishalounge op een dakterras. Het was een leuke dag.
Vrijdag 6 mei
De laatste bedrijfsbezoeken werden vandaag gedaan! We begonnen de dag bij Deloitte. De taxi’s hadden wat moeite met het zoeken naar het juiste gebouw, maar na een stukje de omgeving verkennen in de heerlijke 40 graden zijn we uiteindelijk op de goede plek terecht gekomen. Nadat we de lift naar een hoge etage hadden genomen (inclusief liftbediende natuurlijk), kwamen we aan bij Deloitte en namen we plaats in een conference room met een prachtig uitzicht over Mumbai. Een interessant praatje van zowel een Indiase als Nederlandse werknemer volgde en ook werden we van een heerlijke lunch voorzien! Er waren veel herkenningspunten van eerdere presentaties, maar ook deze keer leerden we weer wat nieuwe dingen over India en Mumbai. Bij een foto van Indiase bezienswaardigheden wezen we allemaal trots de Gateway of India aan. Dit bleek echter niet de Gateway te zijn, maar dat terzijde.
Door de krappe planning heeft er vandaag iets treurigs moeten plaatsvinden. Wat na weken repeteren, het zoeken van treffend beeldmateriaal en deelnemen aan cursussen als ‘hoe spreek je je publiek aan?’ het hoogtepunt van vandaag (en misschien wel van de hele week) zou moeten worden, bleek niet meer te passen in het schema. Voor Joeri en Loes een enorme teleurstelling, voor de rest waarschijnlijk nog meer. Mocht je toch nog geïnteresseerd zijn in de fenomenale presentatie over Aegon Life, contact Joeri even! Na Deloitte werden we ontvangen op het Consulaat om daar het éen en ander te leren over Aegon Life. Terwijl er werd ingegaan op wat technischere zaken, konden wij (aan-)tekeningen maken in het oranje Holland-boekje.
Na een snelle douche was het tijd om naar het huis van de consul te gaan. Hier kregen we de gelegenheid om onze laatste vragen te stellen onder het genot van hapjes en (vele) drankjes. De sfeer zat er lekker in en we vertrokken samen met Peter en Ariv naar de partyscene van Mumbai. Ariv liet tijdens de rit nog even zien wat de Indiase stijl van rijden was; het is een wonder dat we allemaal heelhuids aankwamen bij de club. Het werd een ontzettend gezellige avond met cocktails, dansjes en de pooltafel. Hoewel David (Jacobs) ongeveer de enige nuchtere persoon was, kreeg hij het voor elkaar om na een gezellig babbeltje een klein gevecht te veroorzaken. Ineens veranderde de sfeer en hadden we de halve club tegen ons. Voordat iedereen doorhad wat er aan de hand was, had (de verkeerde) David al een klap ontvangen en ontstond er enige paniek. Na geheime achteringangen, enkele klappen, snelle taxiritjes, wat dramatiek, hulp van Ariv en wat minder hulp van Peter bereikten we gelukkig allemaal het hotel en viel de schade mee. Een avond om niet te vergeten!
Zaterdag 7 mei
We liepen tegen het einde van onze reis. Nog maar twee dagen in het vooruitzicht en dan was het moment daar om weer terug naar Nederland te gaan. Vandaag was echter de dag waar vrijwel iedereen naar had uitgekeken. Het zou een heftige, lange en warme middag worden, maar zeker één die we niet meer zouden vergeten. Een bezoek aan de grootste slum van Azië, genaamd Dharavi, stond op de planning. Iedereen had vooraf zo zijn ideeën over hoe de slums eruit zouden zien, hoe de bewoners zich zouden gedragen etc. We vertokken in de middag met de trein naar Dharavi. Dit was al een hele belevenis. De treinen hadden namelijk geen deuren, waren erg druk en ontzettend warm. Er zijn zelfs vrouwencoupés, zodat bij enorme drukte de vrouwen niet tegen de mannen werden aangedrukt. Eenmaal aangekomen werd de groep opgesplitst in drie kleinere groepen met ieder zijn eigen gids. Opmerkelijk was dat een paar van de gidsen zelf ook in de slums woonden. Zij hadden een goede baan en zorgden voor hun familie in de slums. Vanaf het begin werd er door de gidsen al duidelijk gemaakt dat de slums niet per se negatief, vies of slecht zijn, maar dat er opgewekte, gemotiveerde gezinnen wonen die graag het beste uit het leven willen halen. De straten waren vies, maar zeker niet viezer dan de straten waaraan ons hotel gelegen was. De huisjes waren klein en vooral erg smal. Ze bouwden in de hoogte en niet in de breedte. Veel op elkaar gestapelde huizen, maar wel gebouwd door vakmannen. Het was verrassend om te horen dat de duurste huizen in de slums ongeveer 50.000 dollar kosten. In India is het echter gewoon om later voor je ouders te zorgen, zoals zij dat voor jou hebben gedaan. Door deze traditie blijven de huizen in het bezit van de families. Bij een huwelijk is het gebruikelijk dat de vrouw bij de man in huis gaat wonen bij de gehele familie. De gids vertelde vol trots over de dagelijkse bezigheden binnen deze slums. Vele mannen wonen slechts een half jaar in de slums om hun familie, ver hier vandaan, financieel te kunnen ondersteunen. Het werk dat ze doen is voornamelijk met de hand (denk aan handtassen, koffers, t-shirts) en levert eigenlijk ontzettend weinig op. Een merktas kopen bij één van deze winkels kost ongeveer 3 euro, waar deze in de winkels in Nederland zeker 40 euro kunnen kosten. Dharavi bestaat uit verschillende districten, met ieder district zijn eigen specialiteit. Zo is er een wijk waar voornamelijk potten gebakken worden, een wijk waar de focus ligt op zijdemateriaal en een wijk waar de productie van eten juist belangrijk is. Zo was de eerste wijk waar wij doorheen liepen een wijk waar plastic gerecycled werd. Een aantal mannen trok ’s ochtends vroeg naar de stad om plastic van de straten te plukken. Per zak kregen zij dan een zakcentje, en dit deden ze dan de hele dag. Anderen verbrandden dit plastic en nog een andere groep maakte hier weer bruikbaar materiaal van. Het was erg mooi om te zien hoe er op deze manier veel werk werd gecreëerd voor de werklozen in Dharavi. Het belangrijkste wat wij hier hebben opgestoken, is dat het beeld van de sloppenwijken van India ontzettend scheef is. Criminaliteit is ver te zoeken, het volk is ontzettend vriendelijk, maar vooral trots op wat ze hebben. Wij Nederlanders zijn perfectionistisch in de zin dat wij vanwege elke kleine fout, ieder klein detail, ontzettend teleurgesteld kunnen zijn. De bevolking van Dharavi, en India in het algemeen, is trots op wat ze hebben en ze koesteren dit ontzettend. ‘s Avonds was iedereen vrij om rustig uit eten te gaan en de gebeurtenissen en ervaringen van deze leerzame dag te bespreken met elkaar. Voor sommigen was dit een dag waar ze tegenop keken vanwege het (waarschijnlijke) hygiëneprobleem en de criminaliteit van de sloppenwijken. Al denken wij dat iedereen juist met een positieve blik terug kan kijken op deze supermooie dag!
Zondag 8 mei
Na een lang en intensief programma zijn wij beland bij onze laatste dag in het mooie India. Het besef was er nog niet, want we hadden onze morning koffie nog niet gehad om 6:30. Na onze ochtenddansjes gedaan te hebben, was kamer 210 eindelijk een keer op tijd en ready to rumble. De tourgids stond al klaar voor ons, waardoor zij ook lekker kon genieten van de grandioze presentatie (bedankt Erik en Ruth). Vervolgens gaf de gids zelf ook een intro praatje over Elephanta Island, uiteraard kon dat praatje niet tippen aan de presentatie, maar toch een shout out naar de gids die ons nog wat nieuwe dingen over het eiland heeft geleerd. Het praatje werd afgesloten met een verontrustende mededeling dat we níét met de taxi naar de Gateway of India gingen, maar dat we er weer lopend naartoe moesten. Natuurlijk waren wij dit keer wel voorbereid op wat ons te wachten stond, all eyes on us. We liepen als celebrities langs de Indiase paparazzi. Toen onze groep arriveerde op Elephanta Island, pakten we de intercity naar de 300 meter verderop liggende eindbestemming. Gelukkig hadden we al eerder ervaring met de treinen in India gehad, dus iedereen kwam er zonder kleerscheuren vanaf. Om bij de grotten van Elphanta Island te komen, moest de groep als ochtendgymnastiek de honderden treden oplopen. Veel tijd om bij te komen hadden we niet, want een leger apen had ons in het vizier. Een stukje vers westers vlees wil je natuurlijk niet missen naast al dat pittig Indiaas vlees. Het eerste slachtoffer was al snel gevonden. Ruth wilde een slokje water nemen, maar had geen schijn van kans, want voor ze het wist was ze al beroofd van haar drankje. Oftewel, Ruth gooide in paniek haar drankje weg toen een aap haar benaderde. Nadat de meesten van de schrik waren bekomen, konden we beginnen aan de rondleiding in de grot. De rondleiding stond in het teken van verhalen uit het Hindoeïsme. Wij zagen dat het Hindoeïsme niet bepaald strikte regels kent, maar dat je meer moet focussen op het heden en wat er op dit moment op jouw pad komt. Na onze tour begon “the clash of the titans” van voor af aan, echter waren wij nu niet van plan om onze drankjes zo makkelijk af te staan. Milos, die waarschijnlijk teveel films heeft gekeken, probeerde ons territorium af te bakenen en rende schreeuwend achter de apen aan. Gelukkig zijn er geen gewonden gevallen en zijn meeste drankjes gered. Het dagje Elphanta Island was hiermee afgelopen. De groep kreeg hierna vrije tijd met de mogelijkheid om nog even iets te bezoeken, te doen of kopen in Mumbai. Tot slot werd de dag afgesloten met een gezamenlijke diner waar we de laatste drankjes in India dronken. Onze geweldige tijd in India zat erop. Wij hebben genoten als groep en veel nieuwe vrienden gemaakt. Niemand wil weg, maar we moeten de realiteit onder ogen zien. De reis eindigde hier.
Dit artikel is geschreven door de deelnemers van IP 2016